- bruno@schoenaerts-law.be
- alain@schoenaerts-law.be
- +32 475 78 35 25
- GSM: +32 475 78 35 25
- Amerikalei 31 2000 Antwerpen België
Volg ons op social media:
Grootmoeders lieveling begint een nieuwe zaak en gaat naar de Bank voor een krediet. Twee maanden later begint de pandemie. Anderhalf jaar later is kleinzoon failliet . Is grootmoeder nu haar huis kwijt waarop ze ter waarborg van het krediet van haar kleinzoon een hypotheek had toegestaan ?
De rechtspraak stelt zich meer en meer streng op ten aanzien van kredietverleners die overmatig krediet toekennen. Indien uit het geheel van de reeds lopende kredietovereenkomsten van de schuldenaar blijkt dat hij de verbintenissen uit de lopende kredieten en nieuw aangegane kredieten redelijkerwijze nooit zal kunnen naleven, neemt de rechtspraak meer en meer een onrechtmatig gedrag van de bank aan.
In een ons voorliggende zaak had een bank een investeringskrediet toegestaan aan een net opgerichte vennootschap en daarnaast een hypothecair krediet toegestaan aan de bestuurder/zaakvoerder voor de aankoop van een woning. Op zich is daar niets mis mee, ware het dat beide kredieten voor 100% werden gewaarborgd door een hypothecaire inschrijving op de woning van de grootmoeder.
Het gevolg laat zich raden.
De zaak is niet in staat het krediet terug te betalen en wordt failliet verklaard. De bestuurder valt zonder inkomen en kan ook zijn persoonlijke lening niet meer terugbetalen. Het persoonlijk faillissement van de bestuurder wordt evenzeer aangevraagd.
De woning van de bestuurder wordt verkocht door toedoen van de curator. Echter vermits de bank nog maar net 100% van de aankoopsom had geleend, met inbegrip van de notariskosten en registratierechten, kon de bank niet integraal worden terugbetaald.
Beide faillissementen worden binnen het jaar afgesloten. De bestuurder bekomt de kwijtschelding. Hij is dus verlost van zijn restschulden.
Doch de borg niet! De grootmoeder wordt aangesproken in betaling van de restschulden, met name op het vlak van het investeringskrediet dat nog integraal diende terugbetaald, alsook op het vlak van het woningkrediet dat ingevolge de verkoop van de woning niet volledig is aangezuiverd.
De fouten die de bank kunnen verweten worden, zijn veelvuldig en geven aanleiding tot een aansprakelijkheidsvordering met als doel de grootmoeder vrij te stellen van haar borgstelling, waarin haar huis kan gevrijwaard worden.
Alleen al uit de veelvuldige mailcommunicatie tussen de bestuurder en de kredietmakelaar blijkt dat het van meet af aan duidelijk was dat er onvoldoende terugvorderingscapaciteit was in hoofde van de vennootschap en diens bestuurder.
Gelet op de relatief geringe omvang van de vennootschap, was het eerste toegekende krediet manifest niet in verhouding tot de financiële draagkracht van de schuldenaar.
Dit was al evenzeer zo bij het verlenen van het tweede krediet, waarbij de inbreng van de schuldenaar nihil was. Immers wordt de omstandigheid dat de aankoop van een woning voor 100% gefinancierd inclusief de notariskosten en registratierechten spreekt boekdelen, nog los van de aangerekende woekerintresten.
Het opsmukken van het financieel plan waarbij het dossier werd verdedigd door de professionaliteit en de ervaring naar voor te brengen van een 23-jarige jongeman (met name de bestuurder), rijmt niet met de taak van een zorgvuldig en redelijk bankier die zich nauwgezet dient te informeren naar de financiële, vermogensrechtelijke en economische situatie alsook de perspectieven van zijn klant.
De sector waar de bestuurder actief was, beleefde een zeer moeilijke periode waar de verliezen zich opstapelden. Niettegenstaande werd alles in het werk gesteld om op verzoek van de kredietmakelaar een positieve balans en forecast voor te leggen met het uitsluitend doel om in volle coronatijden twee kredieten toe te staan.
Zulks houdt een onverantwoord risico in bij de bankinstelling waarbij redelijkerwijze kon worden voorzien dat de kredietnemer de verbintenissen uit de aangevraagde kredieten niet zou kunnen naleven.
De bank kan in geen geval voorhouden dat zij een verkeerde inschatting heeft gemaakt bij de kredietverstrekking. Immers bij de vaststelling van een onvoldoende terugbetalingscapaciteit, dient de bankier zich te onthouden van krediettoekenning, ook wanneer hij over voldoende zekerheden beschikt. Een krediet mag niet toegekend worden louter op grond van verleende zekerheden wat hier duidelijk het geval was.
De grootmoeder verbindt zich als tweedelijnsschuldenaar, niet als hoofdschuldenaar. Indien de bank de borg heeft misleid door haar een borgstelling te doen ondertekenen ten aanzien van een hoofdschuldenaar die manifest niet in staat was zijn verbintenissen na te leven, heeft de bank zich onrechtmatig gedragen ten aanzien van de grootmoeder.
In gelijkaardige zaken dient de fout van de bank bestraft te worden door de grootmoeder volledig vrij te stellen zodat haar woning dat zij in onderpand had gegeven kan gevrijwaard worden.
Wordt vervolgd.
Volg ons op social media:
Advocatenkantoor Schoenaerts & Partners © 2023 – Alle rechten voorbehouden