Advocaat faillissement Gerechtelijke reorganisatie

Gerechterlijke reorganisatie

De gerechtelijke reorganisatie biedt ondernemingen bescherming tegen schuldeisers. Ze is bedoeld voor ondernemingen die te kampen krijgen met tijdelijke moeilijkheden. De onderneming heeft eigenlijk nog voldoende opdrachten en kan nog verder werken. Ze zou terug uit de schulden kunnen geraken maar moet daarvoor een haalbaar afbetalingsplan krijgen. Dus een plan waarbij het bedrag dat moet terugbetaald worden, realistisch is voor de onderneming.

Bescherming tijdens gerechtelijke reorganisatie

De procedure van gerechtelijke reorganisatie geeft een periode van opschorting van betaling, waardoor de schuldenaar een adempauze krijgt om zijn financiële problemen op te lossen. In die periode kan de onderneming niet failliet worden verklaard en kan er geen uitvoerend beslag meer worden gelegd door gerechtsdeurwaarders.
De procedure gerechtelijke reorganisatie biedt heel wat wettelijke mogelijkheden voor de onderneming om uit de schulden te geraken. Je kan periode afbetalingsplannen krijgen tot maximum 5 jaar. Hoe langer de periode is waarin je kan afbetalen, hoe kleiner het bedrag dat je maandelijks moet afbetalen. Je kan ook vragen aan je schuldeisers om maar een deel van de schuld terug te betalen en niet het hele bedrag.

Startformaliteiten

Het is een gerechtelijke procedure, dat wil zeggen dat je een verzoekschrift bij de rechtbank moet indienen om er gebruik van te kunnen maken. Neerlegging van het verzoekschrift gebeurt via de website www.regsol.be.
Je moet bepaalde stukken bijvoegen bij dat verzoekschrift. Die stukken moeten gemaakt worden door experts en die zijn niet gratis. Er moet een retributie betaald worden bij neerlegging in regsol.

De procedure gerechtelijk akkoord had voor 1 mei 2018 een andere naam: de wet continuïteit ondernemingen. Beter gekend als de WCO. De procedure die hieronder wordt beschreven geldt voor alle procedures die geopend worden na 1 mei 2018. Voor de lopende procedures, geopend voor 1 mei 2018, blijft de WCO van toepassing.

Het doel van de Gerechtelijke reorganisatie (vroeger WCO – Wet Continuïteit Ondernemingen) is het overwinnen van financiële problemen en het vermijden van een faillissement. De procedure beschermt een onderneming tegen haar schuldeisers, en dit voor een door de rechter bepaalde periode (maximum 6 maanden, verlengbaar met max.18 maanden). Dit kan op drie manieren:

1. Minnelijk akkoord: je overlegt met een aantal schuldeisers om tot een akkoord te komen. Je moet niet met al je schuldeisers een akkoord afsluiten. Wel met zeker 2 schuldeisers. Je kiest zelf met welke schuldeisers. Uiteraard heb je het akkoord van de schuldeiser waarmee je een afspraak wilt maken nodig.

2. Collectief akkoord: je stelt een reorganisatieplan voor aan alle schuldeisers. Als de meerderheid van jouw schuldeisers instemt, dan is het plan bindend voor iedereen die erin is opgenomen, dus dat wil zeggen dat degene die niet akkoord gingen, het plan toch moeten volgen. Na goedkeuring van het plan door de schuldeiser, moet het plan ook nog gehomologeerd worden door de rechtbank.

3. Overdracht onder gerechtelijk gezag: je wilt je onderneming of een deel ervan verkopen. Een door de rechtbank aangestelde gerechtsmandataris zal deze taak op zich nemen. De opbrengst van de verkoop wordt verdeeld onder de schuldeisers.

De schuldenaar moet de opstart van die procedure aanvragen bij de Ondernemingsrechtbank a.d.h.v. een verzoekschrift. Dit verzoekschrift moet voldoen aan heel wat wettelijk bepaalde regels. De schuldenaar moet één van de drie bovengenoemde doelen kiezen. Hij kan in elke stand van de procedure echter aan de rechtbank vragen om dit doel te wijzigen.

Wanneer de onderneming in moeilijkheden kiest voor een minnelijk akkoord, sluit zij dit met één of meerdere schuldeisers. Ze kiest vrij met welke schuldeisers ze onderhandelt en is niet verplicht om alle schuldeisers te betrekken bij het minnelijk akkoord.

Kiest de onderneming voor een collectief akkoord, en dus een reorganisatie- of afbetalingsplan, zal ze dit plan moeten voorleggen aan de schuldeisers. Het doel is de gehele of gedeeltelijke aflossing van de schulden, over een periode van maximum vijf jaren. Er zal worden gestemd over dit plan. Het zal worden goedgekeurd wanneer de meerderheid van de aanwezige schuldeisers met hun vorderingen minimum de helft van de totale schuld vertegenwoordigen, akkoord is. De rechtbank zal het plan homologeren d.w.z. opnemen in een vonnis zodat het rechtskracht verkrijgt en dus bindend is voor alle schuldeisers, ook degenen die niet hebben deelgenomen aan de stemming of niet akkoord waren.

Om ervoor te zorgen dat ondernemingen in een uitzichtloze financiële situatie toch nog gedeeltelijk gered kunnen worden, is de mogelijkheid er om de wél rendabele delen/activiteiten van de onderneming te verkopen in het kader van de gerechtelijke reorganisatie. De overnemer wordt in dat geval gevrijwaard van alle risico’s verbonden aan de onderneming-overdrager in een slechte financiële situatie.

Tijdens de procedure van gerechtelijke reorganisatie verkrijgt de onderneming-schuldenaar een “opschorting van betaling” voor (in beginsel) maximum 6 maanden. De schuldenaar zal zijn bestaande schuldeisers in deze periode niet moeten betalen (let op: schulden gemaakt na opstart van de procedure moeten wél betaald worden!). Hij kan er wel nog altijd voor kiezen om ze vrijwillig te betalen. In de periode van opschorting kunnen de schuldeisers zelf dus ook niet overgaan tot uitvoering van hun schuldvordering, bijvoorbeeld d.m.v. beslag of gedwongen verkoop. Daarnaast kan de onderneming-schuldenaar in die periode niet failliet verklaard/gerechtelijk ontbonden worden, tenzij hij dit zélf aanvraagt.

Met de wetswijziging van 1 mei 2018 is de procedure evenwel strenger geworden. Zo is het bijvoorbeeld wel nog steeds mogelijk om tijdens de procedure een openbare verkoop o.w.v. een gelegd beslag te laten doorgaan wanneer de verkoopdag al was vastgesteld en plaats zou vinden binnen een termijn van twee maanden na indiening van het verzoekschrift.

Deze wijziging is er gekomen om misbruik in te perken. Vroeger kon men immers een verzoek tot gerechtelijke reorganisatie indienen om zo een dreigende openbare verkoop tegen te gaan, met de nieuwe regeling zal dit niet meer lukken.

De ondernemingsrechtbank opent de procedure tot gerechtelijke reorganisatie als de continuïteit van de onderneming onmiddellijk of op termijn bedreigd is. Indien het gaat om een onderneming is er volgens de wet sowieso sprake van bedreiging wanneer de gedraaide verliezen het netto-actief hebben doen dalen naar minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal.

Het zich bevinden in feitelijke staat van faillissement (maar nog niet failliet verklaard zijn) belet de opening van de procedure dus niet.

De rechtbank zal daarnaast een gedelegeerd rechter aanstellen die belast is met toezicht op het verloop van de procedure en de schuldenaar.

De procedure kan op vraag van de schuldenaar worden (vroegtijdig) beëindigd. De rechtbank hoort de schuldenaar en de gedelegeerde rechter en kan daarna beslissen tot gehele of gedeeltelijke beëindiging van de procedure. De schuldenaar kan vragen om alle akkoorden die met schuldeisers gesloten werden tijdens de procedure, te noteren in het vonnis.

De rechtbank kan ook autonoom beslissen om de procedure voortijdig te beëindigen. De rechtbank kan ervoor kiezen om in hetzelfde vonnis alsnog de faillietverklaring van de schuldenaar of gerechtelijke vereffening van de schuldenaar-onderneming uit te spreken.

MEER INFO:
+32 475 78 35 25