- bruno@schoenaerts-law.be
- alain@schoenaerts-law.be
- +32 475 78 35 25
- GSM: +32 475 78 35 25
- Amerikalei 31 2000 Antwerpen België
Volg ons op social media:
De voornaamste taak van de curator is uiteraard om zoveel mogelijk actief realiseren waarvan de schuldeisers betaald kunnen worden. Maar hoe wordt het geld onder hen verdeeld? In principe zijn er zes verschillende soorten schuldeisers. Zij zullen in aflopende volgorde worden betaald. We spreken daarom van een “rangregeling” van schuldeisers. De zes soorten zijn:
Boedelschulden zijn schulden die als eerste in de rangregeling van de schuldeisers staan. Ze ontstaan na uitspraak van het faillissement en zijn inherent aan de faillissementsprocedure. Denk hierbij aan gerechtskosten, het ereloon van de curator en de kosten die de curator moet maken om het faillissement te kunnen vereffenen.
De tweede in de rangregeling van de schuldeisers zijn zij die beschikken over een bepaald zakelijk recht. Het gaat hier om schuldeisers die door een bepaald recht aanspraak kunnen maken op een welbepaald goed (of de opbrengst ervan), met voorrang op alle andere schuldeisers. Denk bijvoorbeeld aan een bank die een krediet verstrekt, gedekt door een hypotheek. De bank zal dan met voorrang worden uitbetaald met de opbrengsten van de verkoop van het goed. Dergelijke zakelijke zekerheden moeten altijd ingeschreven worden op een hypotheekkantoor om tegenwerpbaar te zijn aan derden. (M.a.w.: Zodat u zich erop kan beroepen voor de curator als schuldeiser.) Het is van belang dat u een kopie van die inschrijving toevoegt aan uw aangifte.
Derde in de rangregeling van de schuldeisers zijn de bijzonder bevoorrechte schuldeisers. Ook zij hebben een aanspraak op een welbepaald goed of de opbrengst ervan. Dit goed wordt in het insolventierecht “het zadel” genoemd. Het verschil met de schuldvorderingen bezwaard met zakelijke zekerheden is dat het voorrangsrecht hier uit de wet voortvloeit, en dus niet moet worden ingeschreven op een hypotheekkantoor. Een belangrijk bijzonder voorrecht is dat van de “onbetaalde verkoper”.
Stel dat u een graafmachine verkoopt aan een cliënt-onderneming. Nog voor de effectieve betaling van die graafmachine is gebeurd, gaat de onderneming failliet. U kan dan uw voorrecht van onbetaalde verkoper inroepen bij de curator. Dit voorrecht geeft u een eigendomsvoorbehoud. U zal dan, met voorrang op alle andere schuldeisers, worden uitbetaald met de opbrengsten van de verkoop van die graafmachine of u kan de graafmachine zelf terugeisen. Een belangrijke voorwaarde is wél dat het goed (hier de graafmachine) zich op het moment van faillietverklaring nog in het vermogen van de gefailleerde bevindt. Indien de curator het goed niet kan terug vinden, is het bijzonder voorrecht immers “zonder zadel” of zonder voorwerp geworden.
In het sociaal passief dat vierde staat in de rangregeling van de schuldeisers, bevinden zich de (ex-)werknemers van de gefailleerde die menen dat ze nog bepaalde rechten hebben zoals bijvoorbeeld achterstallig loon, vakantiegeld etc.
De algemeen bevoorrechte schuldeisers staan vijfde in de rangregeling van de schuldeisers. Zij hebben in tegenstelling tot de bijzonder bevoorrechten, een aanspraak op het volledige algemene vermogen van de gefailleerde. Het gaat hier ook om een voorrecht dat voortvloeit uit een wettelijke bepaling. Hun voorrecht berust echter niet op een specifiek goed, en dus zullen zij recht hebben op uitbetaling met de opbrengst van de verkoop van het globale vermogen van de gefailleerde.
Als laatste in de rangregeling komen dan de gewone schuldeisers aan bod. Zij genieten geen enkele garantie of voorrecht voor de uitbetaling van hun schuldvorderingen. Zij zullen pas worden terugbetaald nadat alle andere voorgenoemde schuldeisers zijn uitbetaald, mits er nog iets overblijft uiteraard. Onbetaalde facturen zijn bijvoorbeeld veel voorkomende gewone schuldvorderingen.
Volg ons op social media:
Advocatenkantoor Schoenaerts & Partners © 2023 – Alle rechten voorbehouden